Studio958 kan jou begeleiden in welke muziekvorm dan ook, Of het nu gaat om een nummer schrijven of het uitvoeren van een nummer.
Een melodie is een deuntje of wijsje wat je kunt zingen of spelen. Een melodie bestaat uit verschillende tonen achter elkaar die samen een goed klinkend en logisch geheel vormen.
Maat en maatsoort zijn woorden die je vaak tegenkomt in de muziek. Een maat waarbij je steeds tot 2 telt, is een tweekwartsmaat. Deze maat heeft twee beats. Een maat waarbij je steeds tot 4 telt, is een vierkwartsmaat. Deze maat heeft vier beats.
Een maat bevat steeds een groepje tellen. De eerste tel van het groepje krijgt een accent: het maataccent.
Maatstrepen zijn de rechte streepjes in de notenbalk die de maten zichtbaar maken.
Het maatteken vertelt je hoeveel tellen (beats) in de maat zitten.
Aan de muziek kun je horen hoeveel beats in een maat zitten. Hoe hoor je dat?
Een vierkwartsmaat (4/4) heeft groepjes van 4 tellen. Het maataccent ligt op de eerste tel van de maat: (1-2-3-4 | 1-2-3-4). Er zijn ook verschillende minder sterke accenten te horen, dat maakt het ritme levendig.
De beat is een doorgaande regelmatige tik (of tel). Meestal geeft de drummer een aantal tikken vooraf.
De eerste beat van de maat is duidelijk te horen aan het maataccent.
Maattekens | |||||
Het maatteken 4/4 vertelt ons twee dingen. Op de eerste plaats dat er 4 tellen in elke maat zitten: 4 beats. Je telt elke beat: 1-2-3-4 | 1-2-3-4 |
|||||
Het maatteken 2/4 vertelt ons dat er 2 tellen in elke maat zitten: 2 beats. Je telt elke beat: 1-2 | 1-2 |
|||||
Het maatteken 3/4 vertelt ons dat er 3 tellen in elke maat zitten: 3 beats. Je telt elke beat: 1-2-3 | 1-2-3
|
|||||
Opmaat | Een opmaat is een niet-volledige maat aan het begin van een muziekstuk. Je begint pas met de maat tellen, na de opmaat. De eerste tel (de beat) begint pas na de opmaat. In het onderstaande voorbeeld zie je dat “Bagagedrager” begint met een opmaat van 4 zestiende noten, daarna volgt pas een volledige maat. |
Aan de notatie van het ritme kan je zien hoe lang de noten & rusten duren.
NOTENWAARDEN
Hele noot | Een open noot zonder stok en vlag. Een hele noot duurt 4 tellen |
|
Halve noot | Een open noot met een stok. Een halve noot duurt de helft van een hele noot, dus 2 tellen. |
|
Kwartnoot | Een dichte noot met een stok. Een kwartnoot duurt de helft van de halve noot, dus 1 tel. |
|
Achtste noot | Een dichte noot met een stok en een vlag (» naar rechts). De achtste noot duurt de helft van een kwartnoot, dus een halve tel. Als je twee achtste noten achter elkaar gebruikt, worden ze aan elkaar verbonden (zie onderstaand voorbeeld). |
|
Zestiende noot | Een dichte noot met een stok en een dubbele vlag. De zestiende noot duurt de helft van een achtste noot, dus een kwart tel. Twee tot vier zestiende noten mogen ook aan elkaar verbonden worden (zie onderstaand voorbeeld). |
Tempo gaat over de snelheid in muziek. Met andere woorden: hoe snel je de maat telt.
De temponamen worden in klassieke muziek meestal aangegeven in het Italiaans of in het Engels.
In popmuziek spreken we meestal over ‘Beats per minute’ (aantal kwartnoten per minuut)
Tempobenamingen
Italiaans | Engels | Wat het betekent | Voorbeeld | Beats per minute (BPM) |
Adagio | Slow | Langzaam | Mozart KV 488 | 66-76 |
Andante | Medium | Rustig, gaande, in wandelpas | ABBA, Andante | 76-108 |
Allegro | Fast, Up-tempo | Snel, levendig | Poulenc, Sonate | 120-168 |
Tempoveranderingen
Italiaans | Wat het betekent |
Accelerando | Versnellen |
Ritenuto | Vertragen |